Van het precisiewerk bij de mandala’s ben ik met olieverf op doek omgeschakeld naar lange natuurlijke bewegingen. Alsof ik mijn qigong-oefeningen uitvoer met een penseel in de hand.
Afkomstig uit de aarde, ontvlambaar, drijvend en vervluchtigend. Werken met olieverf bleek een directe uitdaging van werken met de vier elementen.
Als ik aan een nieuw schilderij begin, stel ik mij helemaal open voor de energie. Meestal komt er dan een lijnenspel door. Dat laat ik op me inwerken tot ik aanvoel wat er verbeeld wil worden. Met die intentie vang ik aan te schilderen, in het bewustzijn dat er tijdens de totstandkoming nog van alles kan gebeuren. Dat verwacht ik ook, want dit scheppingsproces is een persoonlijk spel dat een magische werking tot wasdom laat komen. Een schilderij is voor mij klaar als het resultaat me verrast en verwondert en ik er ademloos naar kan kijken. Uit een dankbaar gevoel dat dit mij is overkomen.
Rode Boeddha
Langs elke lijn loopt een aparte kleur. Samen zetten deze meegaande kleuren een spiraal van beweging in, een spirituele ontwikkeling waar vier ganzenkoppen aan ontspringen – boodschappers van de zon.
De ontmoeting en de beweging zorgen ervoor dat in de centrale cirkel het gezicht van de Rode Boeddha verschijnt, de Boeddha van Oneindig Licht.
Alle windrichtingen worden door het lijnenspel aangeraakt als in een omvattende mandala.
De kleuren van het lijnenspel zijn in de bolletjes als potentiële krachten aanwezig.
Kosmische Maya
De uitsteeksels naar de benedenhoeken vormen de letter G, Maya symbool voor oorsprong / begin en de spiraal van de Melkweg.
Het uitsteeksel omhoog maakt de krul van het Maya teken Cib, de staf van de mystieke veerman op de weg terug naar de sterren.
Twee horizontale staffen vinden aansluiting door elkaar spiegelende piramiden met merkwaardige verhoudingen tussen binnen- en buitenruimte.
De open ruimte boven trekt alles de diepte in.
Transformatie
Aan die derde dimensie ontstijgt een regenboogboom van de vijfde dimensie. De verhoudingen voldoen hier niet aan standaard denkpatronen maar worden bepaald door keuze van invalshoek.
De zeven houtgetinte chakra’s en verworvenheden vormen overdwars in de stam de dertien fasen van spirituele ontwikkeling.
In elke dimensie komt de ziel opnieuw tot leven.
Er zijn tweeëntwintig vleermuizen om aan de omloop van de zon door de onderwereld en de bovenwereld recht te doen.
Ix Chel
Zij is de Maangodin bij de Maya’s, die de dood vond wegens haar liefde voor de Zon. Dertien libellen zongen haar gedurende dertien dagen weer tot leven.
De kop van de libelle rechtsonder is samengesteld uit het Maya teken voor het getal 13. Het uiteinde van het onderlichaam wordt gevormd door het dagzegel van de rode maan; Muluc.
Rechtsboven verschijnt met de Mayaglief van het konijn de maan weer in haar volle glorie.
De weerkaatsing van het licht op de drie componenten vertelt het verhaal.
Geest van de Honingmier
Zij beweegt zich naar de beloofde, her-innerde wereld achter de sluier waar zij een eerste glimp van op weet te vangen.
Elke plaat van haar schild vormt een eigen spiralend universum. Tezamen maken de dertien platen het patroon van een nest van Honingmieren, zoals uitgetekend op de leerstenen van Australische Aborigines.
Iedere Honingmier is zelf een levende bewaarplaats van honing/licht.
Bijenpriesteres
Deze priesteres is in haar bijengedaante afgebeeld, gevat in een zoemende spiraal van energie. Zij ondersteunt met haar lichtwerk de volledige ontwikkeling van de Witte-Bloem-Zielen die wij allen zijn.
Sterk uitvergrote stuifmeelkorrels zweven langs de randen.